Treibball

 

Treibball, oftewel: drijfbal, is een jonge hondensport die volledig in opmars is in zowel Nederland als België.

Het leuke aan de hondensport Treibball is dat iedereen, zowel jong als oud, sportief of niet sportief, mee kan doen aan deze sport. De handler leert de hond van afstand te sturen en instructies te geven, waardoor ook mensen in een rolstoel kunnen deelnemen.

 

“Treibball” werd opgestart in België  door enkele enthousiaste liefhebbers die al enige tijd, op niet officiële basis, bezig waren met de sport. Het ligt in hun bedoeling de sport meer bekendheid te geven en verenigingen te ondersteunen die deze discipline wensen aan te bieden aan hun leden. Het reglement voor België werd door hen opgemaakt en deze sport is sinds 16/09/2017 officieel erkend door de KKUSH. Het volledige reglement kan je terug vinden op de site van de KKUSH.
Treibball is oorspronkelijk bedacht door Jan Nijboer, een in Duitsland wonende Nederlander die de sport zó groot heeft gemaakt dat deze nu in diverse Europese landen wordt beoefend. Treibball is een alternatief voor schapendrijven en vergt de nodige inspanning van zowel de handler als de hond. Niet alleen balbeheersing, maar ook samenwerking is van essentieel belang om het spel naar een hoger niveau te tillen. 

Afhankelijk van het niveau waarop je Treibball wilt beoefenen heb je maximaal 8 lichtgewichte, plastic ballen nodig. Deze ballen zijn in diverse kleuren verkrijgbaar en kan je aanschaffen in een sportwinkel. Let daar bij wel op dat de ballen ‘anti- burst’ zijn, zodat de ballen leeglopen als zij onverhoopt lek raken. Welk formaat bal je nodig hebt, hangt af van het formaat van je hond. Ballen met een diameter van 45 cm worden veelal gebruikt voor honden met een schofthoogte tot en met 40 centimeter. Ballen met een diameter van 65 centimeter worden gebruikt voor honden met een schofthoogte hoger dan 40 centimeter.

 

Vanaf de allereerste les is het belangrijk dat de hond respect leert te hebben voor de bal. Hij mag niet achter de bal aan jagen en ook niet de bal kapotbijten. Tevens dient te hond te leren dat hij de bal voort moet bewegen door middel van zijn borst, poten of snuit. Hier komt zowel denkwerk als behendigheid bij kijken. Het is verstandig om de sport rustig op te bouwen, dus eerst met 1 bal beginnen totdat de hond weet dat hij de bal in de goal moet duwen en vervolgens voor de goal moet plaatsnemen. Als dit goed gaat dan kan je het aantal ballen opvoeren naar 3, 6 en uiteindelijk 8 ballen.

Allereerst worden de ballen in een grote driehoek gelegd. De hond staat tezamen met de handler in een goal. Vervolgens geeft de handler een sein of teken en moet de hond zo snel mogelijk de ballen een voor een terugdrijven naar de goal. De handler mag daarbij gebruik maken van zijn stem, gebaren of fluitsignalen. In totaal heeft de hond 10 minuten de tijd om de ballen in de goal te drijven. De tijd gaat lopen vanaf het moment dat de hond ‘de outrun’ start en stopt op het moment dat alle ballen zich in de goal bevinden en de hond voor de goal ligt.

Samenwerking staat bij deze sport centraal en daarom is het mogelijk om bonuspunten te verdienen (maximaal 3) Anderzijds kunnen er ook strafpunten worden gegeven.

 

Tijdens het spel kan je ook gediskwalificeerd worden. De reden voor diskwalificatie zijn onder andere:

  • De hond maakt een bal moedwillig kapot.
  • De combinatie overschrijdt de maximum toegestane tijd.
  • De hond plast of poept in de ring.
  • De hond verlaat het speelveld.
  • De bal komt buiten het speelveld.
  • De geleider heeft voer en/of een speeltje bij zich in de ring.
  • De geleider werkt met zijn hond aangelijnd.
  • De poten van de hond komen boven het midden van de bal tijdens het werken.

Al met al een hele hoop regels waar rekening mee gehouden dient te worden.

 

Indeling van klassen en niveaus op wedstrijden

Klasse 1: alle honden met FCI erkende stamboom behorende bij FCI groep 1 met een schofthoogte van meer dan 40,0 cm evenals alle honden zonder FCI erkende stamboom waarvan BEIDE ouders tot rasgroep 1 behoren (bijv. Bordercollie x Hollandse Herdershond).

Klasse 2: alle honden met FCI erkende stamboom behorende bij FCI groep 1 met een schofthoogte van minder dan of exact 40,0 cm evenals alle honden zonder FCI erkende stamboom waarvan BEIDE ouders tot rasgroep 1 behoren.

Klasse 3: alle honden met FCI erkende stamboom en alle honden zonder FCI erkende stamboom die niet behoren tot klasse 1 of 2 met een schofthoogte van meer dan 40,0 cm.

Klasse 4: alle honden met FCI erkende stamboom  en alle honden zonder FCI erkende stamboom die niet behoren tot klasse 1 of 2 met een schofthoogte van minder dan of exact 40,0 cm.

 

Behalve verdeling per klasse is er ook nog een indeling per niveau

Starters: het startersniveau is ingesteld om nieuwkomers in de treibballsport te laten wennen aan de wedstrijdsfeer en de instap tot het lopen van wedstrijden laagdrempelig te houden. In dit niveau wordt er uitsluitend met 1 bal tegelijk gewerkt. Afstand goal tot startbal is 5 meter.

Niveau A: in niveau A dient de hond met 3 ballen te kunnen werken voor het onderdeel waarbij de ballen in de driehoeksvorm opgesteld liggen. Afstand goal tot startbal is 10 meter.

Niveau B: in niveau B dient de hond met 6 ballen te kunnen werken voor het onderdeel waarbij de ballen in de driehoeksvorm opgesteld liggen. Afstand goal tot startbal is 10 meter.

Niveau C: in niveau C dient de hond met 6 ballen te kunnen werken voor het onderdeel waarbij de ballen in de driehoeksvorm opgesteld liggen. Afstand goal tot startbal is 15 meter.

Niveau D: in niveau D dient de hond met 8 ballen te kunnen werken voor het onderdeel waarbij de ballen in driehoeksvorm opgesteld liggen. Afstand goal tot startbal is 20 meter.

 

Startersklasse
Bij de starters wordt er met 1 bal tegelijk gewerkt. Zowel geleider als hond dienen bij elke bal vanaf het doel te starten. De geleider stuurt de hond met 1 bevel achter de bal. Daar dient de hond uit zichzelf een positie aan te nemen in een zittende, liggende of staande houding, dit naar keuze van de geleider. Er moet niet gewacht worden op een sein van de lijnrechter. De hond mag niet voor de geleider kruisen bij het uitsturen naar de bal. Op een volgend bevel drijft de hond de bal richting de geleider en het doel in. Iedere starter krijgt 2.5 minuten actieve tijd om 5 ballen in het doel te krijgen. Na deze tijd klinkt er een fluitsignaal. Als het de combinatie lukt om binnen de toegestane tijd de 5 ballen in het doel te drijven dan moet de hond in een zittende of liggende positie geplaatst worden bij de geleider. Bij elke bal geldt: de tijd start als de hond wordt uitgestuurd en stopt als de bal geheel in het doel ligt. Het meenemen van voer en/of een speeltje in de ring is toegestaan. Het voer mag alleen gegeven worden binnen het goalgebied en uitsluitend rechtstreeks uit de hand van de geleider aangeboden worden. Bij beloning met speelgoed is enkel een trekspel toegelaten waarbij de geleider het voorwerp niet loslaat. De geleider mag gebruik maken van stem, handgebaren of fluitsignalen of een combinatie hiervan. 

 

Niveau A t/m D

In het midden het speelveld liggen maximaal 8 grote ballen (het aantal is afhankelijk van het niveau). Deze ballen liggen in een driehoek net zoals bij poolbiljarten gebruikelijk is. De geleider staat om te starten met zijn hond in een doel. Vanuit het doel wordt op teken van de lijnrechter de hond uitgestuurd door de geleider die op dat moment ook nog steeds in het doel staat. Achter de eerste bal dient de hond uit zichzelf een positie aan te nemen in een zittende, liggende of staande houding, dit naar keuze van de geleider. Op een volgend bevel van de geleider drijft de hond de bal het doel in. Er moet niet gewacht worden op een sein van de lijnrechter. De hond dient zo snel mogelijk de ballen (een voor een) terug te drijven naar de geleider in het doel waarbij gestart wordt met de bal die het verste weg is. Uitsluitend bij het uitsturen naar de eerste bal mag de hond niet tussen de ballen en geleider kruisen. Bij de volgende ballen hoeft er geen positie aangenomen te worden door de hond en de volgorde van de ballen is vrije keuze echter de geleider dient bij het uitsturen naar elke bal in het doel te staan. De geleider mag vanaf de hond met de eerste bal vertrokken is onbeperkt gebruik maken van stem, handgebaren of fluitsignalen of een combi hiervan. De geleider mag zich bewegen, maar moet met minimaal 1 voet in het doel staan of met 1 voet contact maken met de doellijn. Deze lijn zal duidelijk zichtbaar zijn. Iedere hond heeft maximaal 10 minuten de tijd om alle ballen in het doel te drijven. De tijd start op het moment dat de hond de “outrun” start (= wanneer men de hond wegstuurt vanuit het doel om de positie achter de achterste bal aan te nemen). De tijd stopt pas op het moment dat alle ballen in het doel zitten en de hond bij de geleider in een zittende of liggende positie is geplaatst. De hond moet hierbij niet in het doel zijn, doch vlakbij de geleider. 

 

Spel variant

Parcours afleggen
Er wordt gestart en gefinisht bij een kegel. Deze kegel is ook bepalend voor de tijd. De tijd start als de bal de startkegel verlaat. De tijd stopt zodra de bal voorbij de finish kegel is. De poortjes hebben een doorgang van 3 meter. De onderlinge afstand tussen 2 poortjes moet minimaal 8 en maximaal 10 meter zijn. Alle poortjes dienen op de juiste wijze EN in de juiste volgorde gelopen worden. Hierbij wordt gekeken naar de positie van de bal. Een fout dient hersteld te worden ALVORENS een ander poortje genomen wordt. De poortjes zullen voorzien zijn van een nummer. De snelste tijd wint. Er is geen maximum aan het aantal bevelen dat gegeven mag worden. De geleider mag t.o.v. de hond en de bal overal lopen, ook tussen de poortjes door.

Starters: * max. tijd is 3 minuten * er staan 2 poortjes op het veld met 3 te nemen doorgangen
Niveau A: * max. tijd is 6 minuten * er staan 4 poortjes op het veld met 6 te nemen doorgangen
Niveau B: * max. tijd is 9 minuten * er staan 6 poortjes op het veld met 9 te nemen doorgangen
Niveau C: * max. tijd is 12 minuten * er staan 8 poortjes op het veld met 12 te nemen doorgangen
Niveau D: * max. tijd is 15 minuten * er staan 10 poortjes op het veld met 15 te nemen doorgangen

 

Time-gambling
Alvorens te starten, geeft de geleider aan de lijnrechter de exacte tijd door (in honderdste van een seconde), die hij denkt nodig te hebben om de ballen in het doel te kunnen krijgen en af te ronden. De combinatie die het dichtst bij de tijd zit die aan de lijnrechter doorgegeven was, is de winnaar. Er is geen maximale toegestane tijd.
De ballen liggen opgesteld zoals bij het verplicht onderdeel in driehoeksvorm. De afstand en het aantal blijft ook gelijk.

Starters: 5x 1 bal, bal telkens op 5 meter afstand
Niveau A: 3 ballen, de startbal ligt op 10 meter afstand
Niveau B: 6 ballen, de startbal ligt op 10 meter afstand
Niveau C: 6 ballen, de startbal ligt op 15 meter afstand
Niveau D: 8 ballen, de startbal ligt op 20 meter afstand

De tijd begint wanneer de geleider de hond wegstuurt vanuit goal en stopt wanneer de laatste bal in het doel ligt EN de hond in een zittende of liggende positie is bij de geleider. De ballen mogen in een GEHELE vrije volgorde het doel in gedreven worden en er hoeft m.u.v. de finish geen positie ingenomen te worden door de hond.
De geleider en hond dienen bij elke bal te starten vanaf het doel en mogen zich daarna vrij over het veld bewegen.
Bij deze spelvariant worden er geen strafpunten gegeven, echter de regels voor diskwalificatie blijven wel van toepassing.

 

Dirigeren

Het dirigeren is uitsluitend voor de niveaus A-B-C-D. Geleider en hond starten in het doel. Er zijn 3 mogelijkheden:

  1. De ballen liggen in een driehoeksvorm. Ze dienen in een vooraf bekend gemaakte volgorde (op kleur of nummer) naar de geleider toe gedreven te worden, in het doel. De hond dient alleen bij de eerste bal (de achterste) een positie in te nemen alvorens deze naar de geleider en in het doel te drijven. Bij het uitsturen naar de eerste bal mag de hond niet tussen de ballen door lopen. Bij de volgende ballen wel.
  2. De ballen liggen in een rechte lijn naast elkaar. Ze dienen in een vooraf bekend gemaakte volgorde (op kleur of nummer) naar de geleider toe gedreven te worden in het doel. De hond dient alleen bij de eerste bal (de middelste) een positie in te nemen alvorens deze naar de geleider en in het doel te drijven. Bij het uitsturen naar de eerste bal mag de hond niet tussen de ballen door lopen. Bij de volgende ballen wel.
  3. De ballen liggen in een kruissituatie. Ze dienen in een vooraf bekend gemaakte volgorde (op kleur of nummer) naar de geleider toe gedreven te worden in het doel. De hond dient alleen bij de eerste bal (de achterste) een positie in te nemen alvorens deze naar de geleider en in het doel te drijven. Bij het uitsturen naar de eerste bal mag de hond niet tussen de ballen door lopen. Bij de volgende ballen wel.

Info en reglement Treibball: https://www.kkush.be/nl/secties/sectie-5d 

Foto's: Marleen Van Molle, Lilith van Noort, Jutta Eichhorst

Met dank aan: KKUSH/VDA

Sheltie Fever, magazine nummer 8.