Obesitas


Ondanks wat veel eigenaars denken, is obesitas wel degelijk een ziekte. Het komt steeds meer voor; tot 40% van alle honden en katten hebben er last van. Obesitas is een hormonale ziekte die veroorzaakt wordt door een overschot aan energie; te veel energie wordt opgenomen en te weinig verbruikt. Een teveel aan vetweefsel wordt daardoor opgestapeld in het lichaam van de hond. Dit zal niet alleen rechtstreeks nadelige gevolgen hebben voor de hond, maar zal ook meerdere andere problemen veroorzaken.

 

 

Voorkomen

Enkele rassen staan erom bekend extra gevoelig te zijn voor ontwikkeling van obesitas. Dit zijn onder andere Labrador Retrievers, Cairnterriërs, Cocker Spaniëls, Teckels, Shetland Sheepdogs, Bassets, Beagles en Cavalier King Charles Spaniëls. 

Bij mensen werden genetische factoren aangetoond. Raspredispositie doet vermoeden dat dit bij honden ook het geval is. Andere predisponerende facturen zijn binnenshuis leven, te veel eten krijgen, weinig beweging krijgen en sterilisatie. Ook enkele metabole aandoeningen verhogen de kans op obesitas, dit zijn bvb. hypothyreoïdie (een minder functionele schildklier), insulinema (een pancreastumor) en ziekte van Cushing (een overdreven werking van de bijnieren).

 

Diagnose

Bij een bezoek aan de dierenarts zal deze opmerken dat de hond te dik is geworden. De dierenarts zal de voedingstoestand (Body Condition Score, BCS) en de bespiering (Muscle Condition Score, MCS) inschatten om op een objectieve manier te kunnen oordelen over de hond zijn toestand.

 

De BCS wordt bij honden ingeschat door te voelen naar de ribben. Deze mogen niet zichtbaar zijn, maar moeten wel gemakkelijk voelbaar zijn zonder een te dikke laag van vet eroverheen. Andere plaatsen waar vetopstapelingen voorkomen zijn onder andere de staartbasis, de lumbaal wervels en de bekkenbeenderen. Een teveel aan vet kan ook onderaan de buik zichtbaar zijn. Een hond in goede voedingstoestand moet van bovenaf gezien een duidelijke taille hebben. Van opzij gezien moet een hond een oplopende buiklijn hebben. De BCS krijgt een score van 1 tot 9. Scores van 4 en 5 op 9 wijzen op een gezonde voedingstoestand. Lagere cijfers geven een te dunne en hogere cijfers een te dikke hond weer. In figuur 1 (zie hieronder) is een voorstelling van de BFI weergegeven, ook wel de Body Fat Index. Deze figuur helpt op een gemakkelijke manier om eigenaars een idee te geven van het vetgehalte bij hun huisdier.

 

De MCS wordt ingeschat op vier verschillende plaatsen. Er wordt gevoeld naar de ruggenwervels, de schedel, de schouderbladen en de bekkenbeenderen. De consistentie van de spieren wordt ingeschat en een score wordt gegeven. Het verlies van spiermassa wordt gegradeerd in drie verschillende groepen: mild, matig en ernstig verlies van spiermassa.

 

Problemen ten gevolge van obesitas

  • Obesitas veroorzaakt een hogere gevoeligheid voor verschillende andere ziekten.
  • Door een opstapeling van vet binnenin het lichaam van de hond, worden alle organen omgeven door vet. Zo zullen ze hun functie minder goed kunnen uitvoeren. Twee belangrijke voorbeelden hiervan zijn het hart en de bloedvaten. De hond zijn cardiovasculaire toestand zal daardoor verminderen. Hypertensie is daar vaak een gevolg van.
  • Ook de ademhaling wordt erg bemoeilijkt. Honden hebben algemeen een slechtere conditie en zijn veel sneller moe dan voorheen.
  • Het overtollige gewicht dat de hond heeft door zijn obesitas, brengt een zwaardere last mee voor alle gewrichten en beenderen. Obese honden zullen veel gevoeliger zijn voor eender welk gewrichtsprobleem. Een belangrijk voorbeeld hiervan is heupdysplasie. De combinatie met het ouder worden en de overbelasting van de gewrichten geven een veel hogere gevoeligheid voor artrosevorming van alle gewrichten, met pijn en ongemak tot gevolg. Ook craniale kruisbandscheuren komen meer voor bij honden met overgewicht. Deze aandoening moet bijna altijd geopereerd worden om een volledig herstel te garanderen.
  • Obese honden zijn gevoeliger voor de ontwikkeling van diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd. Deze ziekte heeft een levenslange behandeling nodig bij honden, waarbij regelmatig bloednamen en controle nodig zijn. Voeding, beweging en toediening van medicatie moeten zeer regelmatig gebeuren.
  • Pancreatitis is een andere ziekte waaraan obese honden gevoeliger zijn. Deze levensbedreigende ziekte heeft een intensieve behandeling nodig en wordt dus beter vermeden.
  • Zowel anesthesie als chirurgie zijn risicovoller bij obese honden vergeleken met gezonde honden. Zelfs voor routine-ingrepen is een gezond gewicht een voordeel.
  • Obese honden hebben een erg verminderde warmtetolerantie, waardoor ze veel gevoeliger zijn voor warme temperaturen. Hiermee moet steeds rekening gehouden worden.

 

Behandeling

Om obese honden te doen afvallen, is er een combinatie van verschillende factoren noodzakelijk.

  1. Beseffen: allereerst is het heel belangrijk dat de eigenaars beseffen dat obesitas wel degelijk een ziekte is. Dan pas zullen ze inzien dat het noodzakelijk is om de obesitas aan te pakken. Ze moeten begrijpen dat de aanpak van obesitas langdurig en niet gemakkelijk zal zijn. Honden kunnen tot 2% van hun lichaamsgewicht verliezen per week. Afhankelijk van het nodige gewichtsverlies, loopt de duur van het dieet snel op. Volhouden en niet te snel opgeven is dus de boodschap! 
  2. Voeding: is een belangrijk onderdeel van de behandeling. Er moet gekozen worden voor een dieet met een lage energiedensiteit. De geleverde energie wordt best aangeboden in de vorm van eiwitten. Het vetgehalte mag zeker niet te hoog zijn. Vezels moeten een hoog percentage van de voeding innemen, dit zal de hond een meer verzadigd gevoel geven. Op deze manier zal hij minder hongerig zijn ondanks dat hij toch minder te eten krijgt. De dieetvoeding moet meestal gedurende een lange tijd gegeven worden, het is dus zeer belangrijk dat het een kwaliteitsvolle goed uitgebalanceerde voeding is. Er worden zeer veel goede commerciële voeders aangeboden. Bij uw dierenarts kan u hierover het beste advies krijgen. De juiste hoeveelheid van de voeding kan dan ook berekend worden. Belangrijk is dat uw hond de hoeveelheid voeding krijgt voor zijn ideale gewicht, dus niet voor het obese gewicht dat hij op dat moment heeft.
  3. Beweging: is het derde belangrijke onderdeel van de behandeling. In het begin zal dit moeilijk zijn wanneer uw hond obese is maar naarmate hij gewicht verliest, zal u merken dat het makkelijker zal gaan. Regelmatig wandelen, spelen en eventueel zelfs zwemmen zijn allemaal manieren waarop u uw hond helpt om gewicht te verliezen en dus gezonder te worden.

 

Preventie

Juist omdat de behandeling van obesitas zo langdurig en moeilijk kan zijn, speelt preventie een belangrijke rol. Honden dienen regelmatig gemonitord te worden wat betreft hun gewicht en hun voedingstoestand. Op deze manier wordt gewichtstoename sneller opgemerkt en kan er ook sneller ingegrepen worden.

Honden dienen een gepaste voeding te krijgen in de juiste hoeveelheden. De hoeveelheid hangt onder andere af van het lichaamsgewicht, de leeftijd en het geslacht van uw hond. Uw dierenarts kan u hier steeds bij helpen en de exacte hoeveelheid uitrekenen. Honden die gesteriliseerd of gecastreerd worden, krijgen best een aangepaste voeding om gewichtstoename te vermijden. Restjes van tafel of te veel snoepgoed wordt best vermeden. Deze bevatten allemaal enorm veel calorieën en zijn helemaal niet goed voor uw hond. Voldoende beweging blijft ook zeer belangrijk! Regelmatig wandelen of spelen zorgt ervoor dat uw hond fit en actief blijft.

Wanneer uw hond toch lijkt bij te komen, ondanks een goede voeding en voldoende beweging, is een bezoek aan een dierenarts aangeraden. Op deze manier kunnen ziekten uitgesloten worden.

 

Conclusie

Zonder twijfel kan besloten worden dat obesitas een zeer belangrijke ziekte is bij honden. Het vermindert de levenskwaliteit op verschillende manieren en moet dus te allen tijde vermeden worden. Indien uw hond toch gediagnosticeerd wordt met obesitas, is een behandeling noodzakelijk. Zowel voeding als beweging zijn hier zeer belangrijk in. Uw dierenarts zal u hierbij zeker bijstaan en het nodige advies geven.

 

 

 

Figuur 1

De Body Fat Index (BFI) is een manier om het vetgehalte van een huisdier gemakkelijk te kunnen schatten. 

Artikel geschreven door: Lise Geerinckx en Annelies Dietens (Dierenartsencentrum Trigenio - www.trigenio.be)

De figuur is eigendom van Hill's Pet Nutrition, Inc. 2017

Sheltie Fever, magazine nummer 2.